Laten we ervoor zorgen dat je veilig bent!

We willen ervoor zorgen dat je de beste ervaring hebt met onze kaarsen, maar houd er rekening mee dat kaarsen tot ernstige ongelukken kunnen leiden als ze niet worden gecontroleerd.

Om ervoor te zorgen dat je van de eerste tot de laatste verbranding veilig van uw producten kunt genieten, verwijzen wij u naar onze richtlijnen.

 

VOORDAT JE JE KAARS BRANDT

Voordat je je kaars aansteekt, moet je ervoor zorgen dat de lont van je kaars is bijgesneden tot ongeveer 5 mm. De reden dat dit nodig is, is omdat het ongelijkmatig of snel branden, druppelen of affakkelen voorkomt en een constante vlam bevordert en de geur van de kaars de kamer vult. Investeer in een goede lonttrimmer die de overtollige lont netjes snijdt en verwijdert.

Je kaars moet in een VEILIGE RUIMTE worden geplaatst. Zorg ervoor dat wanneer je je kaars aansteekt, deze niet brandt in de buurt van plaatsen/dingen die vlam kunnen vatten. (meubels, papier, boeken, gordijnen etc.)

Houd kaarsen buiten het bereik of op plaatsen waar ze kunnen worden omgestoten door kinderen, huisdieren of iemand anders.

 

TERWIJL DE KAARS BRANDT

Om veiligheidsredenen mag een kaars niet langer dan 4 uur per keer worden gebrand.

Laat een kaars nooit onbeheerd achter.

Slaap nooit met een brandende kaars. Dit kan leiden tot ernstige ongevallen.

Brand een kaars om veiligheidsredenen niet helemaal naar beneden. Stop wanneer er nog 10 mm was of minder in de pot zit, de vlam heeft een stevige basis van was nodig om oververhitting van de glazen container te voorkomen.

Bij het branden van een kaars mag de lont van de kaars niet flikkeren. Als dit gebeurt en de vlam is uit de hand, is dat een indicatie dat de kaars niet goed brandt. Dit kan een gevaarlijke situatie zijn, dus zorg ervoor dat je het blust en de lont bijknipt voordat je het weer aansteekt.
 

NA HET BRANDEN

Zorg ervoor dat bij het doven van de kaars je geen water gebruikt. Gebruik een kaarsendover

Voordat je de kamer verlaat, dien je ervoor te zorgen dat je kaars volledig gedoofd is en dat er geen gloed meer zichtbaar is aan de lont.

Raak de kaars niet aan en verplaats hem niet totdat deze volledig is afgekoeld.

Kaarsen moeten op een koele, donkere en droge plaats worden bewaard. Geen direct zonlicht.

Zorg ervoor dat je kaars schoon is voordat je hem opnieuw gebruikt. Kaarsen kunnen gemakkelijk stoffig worden.